Een goed begin… - Reisverslag uit Haast, Nieuw Zeeland van Frank Judith - WaarBenJij.nu Een goed begin… - Reisverslag uit Haast, Nieuw Zeeland van Frank Judith - WaarBenJij.nu

Een goed begin…

Door: Frank

Blijf op de hoogte en volg Frank

05 Januari 2016 | Nieuw Zeeland, Haast

Beste geabonneerden,

Hierbij weer een nieuwe uitgave van ons reisverhaal. En omdat de vorige editie alweer een tijdje geleden is, oudejaarsdag om precies te zijn, deze keer een extra lange uitgave. Het slechte internet bereik en de weinig beschikbare wifi heeft er mede toe geleidt dat we niet eerder iets konden uploaden.
Nu had ik de vorige keer nog niet alles opgeschreven, wat er tot die dag gebeurd was, dus verder waar ik was gebleven.
In Abel Tasman hebben Judith en ik overlegd om Nelson Lake National Park en Kuharangi te laten voor wat het is. We wilde de tijd nemen voor de afdaling langs de westkust en we hadden gelezen dat het bij Nelson Lakes stikt van de zandvliegjes.
Voor wie niet weet wat dat zijn. Zandvliegjes zijn net zo groot als een fruitvliegje en ze kunnen bijten. De beet op zich is niet echt heel pijnlijk. Over het algemeen merk je het niet eens direct maar pas een tijdje later. Dan begint het enorm te jeuken, vergelijkbaar met een Hollandse mug maar dan een stukje erger (tot bloedend toe open krabben erger). De beestjes houden enorm van Judith en mij en geven ons maar wat graag blijk van hun liefde. Met als resultaat dat we allemaal jeukende bultjes heb op onze enkels, voeten en handen. Dus Nelson Lakes skippen we even voor het gemak.
Op naar het wilde westen! Via een prachtige bergpas, vlak langs het Kuharangi national park, reden Judith en ik van Abel Tasman naar Wesport, een klein plaatsje aan de westelijke kust. Onderweg vroeg ik Judith, hoe zij zou omschrijven wat ze zag. Een uitgebreide diversiteit aan vegetatie. Allerlei planten met verschillende kleuren en structuren. Een soort heide planten die qua vorm veel lijken op die typerende bomen in Afrika. Hier en daar jonge kauri bomen, palm bomen, varens en ga zo maar door, teveel om op te noemen. Een stukje verderop een enorme uitgestrekte heide vlakte met aan het begin een mooi beekje. Op de achtergrond de imponerende bergketen van de zuidelijke alpen. Elke bocht een nieuwe verrassing. Gewoon een genot om hier doorheen te rijden. De vier uur die we ervoor gebruikt hadden waren voorbij gevlogen. De rit zat er alweer op.
Na een overnachting in Westport, hebben we een bezoek gebracht aan de lokale zeehondenkolonie die zich, slechts een paar kilometer verderop, gehuisvest hebben bij Tauranga Bay. Een korte wandeling leidde ons naar een plateau. Vanaf hier keken we uit op een terras van rotsen, waar een hele groep zeehonden zat, lag en hupte. In het begin waren ze wat moeilijk te spotten. De kleur van hun vacht ligt namelijk erg dicht bij de kleur van de stenen waar ze op liggen. Maar met een beetje geduld lukte het steeds beter. Meer een meer werden er zichtbaar. Een paar meter naar links, in een kloof, beschermd tegen de grote golven, was de “nursery”. Judith en ik kropen tussen wat bosjes door en dat gaf ons een fantastisch uitzicht over de kloof. Een stuk of drie kleine, pluizige baby-zeehondjes konden we tellen. Heel schattig om te zien hoe ze leren om zich voort te bewegen. Na de zeehonden pret zijn we weer in ons busje gestapt en verder gereden.
De route die we rijden is overigens door de Lonely Planet uitgroepen tot één van de tien mooiste kustroutes ter wereld. En dat is niet gelogen. Links de Alpen, rechts de Tasmaanse zee, tussenin allerlei mooie planten en bomen. Landerijen gescheiden door beekjes en rivieren. De verscheidenheid aan kleuren in één woord ge-wel-dig!!
De volgende stop was in Punakaiki. Bekend vanwege de “Pancakerocks”. We parkeerde onze witte trots op een nabij gelegen parkeerplaats en trokken de wandelschoenen aan. Dit bleek achteraf niet helemaal nodig, aangezien het pad wat we liepen een zeer goed onderhouden asfaltweggetje was. Maar ach, ze lopen wel lekker. Slechts een klein stukje vanaf de grote weg waren de eerste rotsformaties te vinden. Door jaren lange erosie van het zeewater zijn er groeven ontstaan aan de zijkant van deze rotsen. Weliswaar gebakken op een bakplaat of zo, want echt rond waren ze niet. Maar dit deed ze inderdaad lijken op enorme stapels pannenkoeken. Bewust getimed om met het hoog getij daar te zijn, in verband met de “blow-holes” liepen we vol enthousiasme naar de plek waar deze het meest imposant zouden moeten zijn. Een hoop gerommel en geruis in de gangen onder de rotsen, maar helaas. De zee is vandaag te rustig. Er is daarom te weinig druk voor de koud water geisers om het water echt hoog de lucht in te blazen.
We reden verder langs de mooie route en kwamen aan bij een kleine, knusse camping, vlak voor Greymouth, die gerund werd door twee oude mensjes van, ik gok, ergens eind 80. De hoogst vriendelijke maar een beetje bijdehandte vrouw, checkte ons in en vertelde ons waar we alles konden vinden. Voor slechts een paar dollar per persoon per nacht, kregen we een plekje met uitzicht op zee, beschikte we over een zwembad, schone douches, een goede gas BBQ, een volledig uitgeruste keuken en ga zo maar door. Nog even gauw een oudjaarsduik en toen pakte we onze spullen voor de laatste BBQ van het jaar.
’s Avonds na het eten voelde ik me niet helemaal lekker, hoofdpijn, koud, moe, pijnlijke huid. Als ik toch maar niet ziek begon te worden. Een paracetamol deed gelukkig wonderen en een uurtje later voelde ik me alweer een stuk beter. Gelukkig konden we dus toch gewoon oudjaarsavond vieren. En dat hebben we gedaan. Samen met een aantal andere reizigers. Waaronder het Duitse stel, dat we al een paar weken geleden hebben leren kennen bij de Tongariro crossing. Toevallig verbleven we enkele keren op dezelfde campings. Ook liepen elkaar tegen het lijf toen we even een ijsje gingen eten in het centrum van Nelson. Toen we elkaar voor de zoveelste keer tegen kwamen op de camping bij Abel Tasman zei ik: “Als we elkaar tegen het lijf blijven lopen, moeten we maar gewoon eens een biertje gaan drinken!”. Hierop werd positief gereageerd en nog dezelfde avond werden enkele flesjes van hun kroonkurk ontdaan, waarna er verschillende avonden volgde. En op de laatste avond spraken we af om elkaar voor oud en nieuw op deze camping te treffen.
Afijn naast het Duitse stel sloten ook enkele andere reizigers zich aan. En om twaalf uur heften we ons glas en proostte op een goed begin. Met zijn alle hebben we gezellig, op de camping, zitten kletsen met een paar van die koude, gele opfrissers voor mij en het wel bekende druivendrankje voor Judith. Met eenmaal wat van deze achter de kiezen, zijn we naar het kiezelstrand gegaan. Hier hebben we de rest van de avond, ondertussen nacht, aan zee doorgebracht, met een kampvuur, onder de prachtige sterrenhemel. Rond een uur of twee zijn we toch maar naar bed gegaan.
Bij de check-in had Judith gevraagd of we pas rond 12 uur zouden mogen vertrekken, in verband met oudjaarsavond. En als je het netjes vraagt en alstublieft gebruikt, kun je bij de meeste kiwi’s bijna alles gedaan krijgen.
Ik stond op en had opnieuw (of nog steeds) behoorlijke hoofdpijn. Dit keer was ik alleen niet zeker of het was van het bier of dat ik inderdaad niet helemaal lekker was. Judith was alleen een beetje moe maar voor de rest een stuk fitter. We dronken een kopje koffie en aten ons ontbijt en vertrokken, zoals afgesproken rond een uur of 12, naar onze volgende bestemming.
Na een paar uurtjes tuffen, arriveerde we in Hokitika. Op de campermate app hadden we gelezen over een (ex)psychiatrisch centrum wat tegenwoordig functioneerde als camping/hostel. Als voormalig werknemers in de psychiatrie, was bij ons beide snel de interesse gewekt en we besloten maar eens een kijkje te gaan nemen. We draaide links af en reden, via de lange oprijlaan, de berg op. Een behoorlijk groot terrein op een fantastische locatie (rust, ruimte, uitzicht op zee). Het oogde inderdaad een beetje als een instelling. Een ruim terrein met hier en daar gebouwen zoals de dagbesteding, een voormalig moestuintje (te herkennen aan de kas die ondertussen helemaal verwilderd was), een kerkje en natuurlijk de verschillende woonruimten. We werden ontvangen door een klein grijs vrouwtje van een jaar of 50. Ze wees ons waar we de camper neer konden zetten en aan konden sluiten op de stroom. Daarna kletste we even. Judith vroeg naar de geschiedenis van het terrein en de mevrouw vertelde over dat de overheid in 2007 had besloten de instelling op te heffen en de mensen te verplaatsen naar Greymouth. Vervolgens vertelde ze iets wat Judith en ik beide niet 100% zeker weten of we dat goed begrepen hadden. Binnen een maand zouden er, van de overgeplaatste cliënten, 28 zijn overleden. Te bang naar het echte antwoord besloten we onze verdere vragen maar voor ons te houden.
Het gebied hier is bekend vanwege de grote hoeveelheden jade, een prachtig, groen kleurig, mineraal gesteente, die in de bodem zit en hier verwerkt wordt. Dit uit zich in de misschien wel 20 juweliers in het centrum van het dorpje. We besloten een stukje te gaan rijden, want we hadden gelezen dat we hier in de buurt, zelf sieraden konden maken. Ergens in de “middle of nowhere” stond een kroeg met daarachter een jade werkplaats. We stopte even, om te checken of we daadwerkelijk op het goede adres waren. Een groepje gezellige mensen antwoorde lachend dat we goed zaten en dat we gerust even rond mochten kijken. Ook konden we ons nog aansluiten voor de workshop van dezelfde middag. Hoewel dit eigenlijk het plan was voor morgen, keken we elkaar even aan en besloten ons toch bij het kleine gezelschap aan te sluiten. En een paar minuten later stonden we, in een bak, de stenen uit te zoeken waarmee we mochten gaan werken. Toen we eindelijk de stenen hadden gevonden kwam de volgende vraag, het design. Judith maakte een pijlpunt ketting voor mij en ik een armband in een vrije vorm, die Judith zelf had bedacht, voor haar. Na ongeveer een half uurtje was de steen voor Judith haar armband klaar, alleen nog de gaatjes erin. De man zette de Dremel aan en begon, zonder goed overleg, een gat te boren. Shit! Precies op de verkeerde plek. Hij dacht dat het een ketting moest worden. De man voelde zich een beetje lullig en gaf ons de optie een nieuwe te maken. En het proces begon opnieuw. Weer een half uurtje later was ook het tweede stuk klaar. Deze keer werd er wel een armband van gemaakt. Judith geluk, nu heeft ze zowel een ketting als een armband. In de tussentijd was Judith zelf druk bezig geweest met schuren, slijpen en polijsten en was ook bij haar het eindresultaat dan eindelijk klaar. Een prachtige pijlpunt precies zoals ik het in mijn hoofd had. De man pakte de Dremel en begon voorzichtig te boren. KRAK!! Het bovenste, kwetsbare, puntje waar het gaatje in moest komen brak af. Dan maar een iets kleiner pijlpuntje. Deze keer werd het gat er van te voren in geboord en achteraf nabewerkt. Blij met de mooie sieraden, keerde we terug naar de instelling. Onderweg stopte we nog bij een, door de Lonely Planet, hoog aangeschreven pizzatent waar we voor 28 dollar een enorme pizza besteld hadden voor ons samen. Geweldig lekker!! Ook hierin had de Lonely Planet ons goed geadviseerd.
Terug bij onze overnachtingsplek, besloten we eens wat rond te gaan kijken op het terrein en in het hoofdgebouw. Gek genoeg was vrijwel alles nog in takt. De slaapzalen hadden opgemaakte bedden. De keuken was voorzien van al het kookgerei. Schilderijen aan de muren en kunst op de vensterbanken. Heel veel tafels, stoelen en banken. Iets horror-achtigs had het wel. Judith en ik besloten nog een stapje verder te gaan. Een beetje later op de avond, in de beginnende schemering besloten we een rondje over het terrein te rijden. Achter het goed onderhouden hoofdgebouw stonden de, al wat meer, vervallen panden. Het gras beduidend hoger. Een auto, zonder wielen, met de deur open en kapot gereten bekleding op de stoelen. Het was net een scène uit de bekende televisieserie “The walking dead” alleen de zombies miste nog. Ook begonnen we ons steeds meer af te vragen of het vrouwtje niet gewoon een ex-patiënte was, die hier een illegale toko aan het runnen zou zijn en dan vannacht ineens stiekem op de ramen zou tikken en ons dan met een triomfantelijke glimlach aan zou kijken.
Na alle horror verhalen en een prachtige zonsondergang zijn we, in het donker een klein stukje gaan lopen. Vlak naast de oprijlaan, van het psychiatrisch centrum, was een pad. Met onze zaklampen op het hoofd volgde we het hekje dat langs het pad stond. Aan het eind wederom een prachtige sterrenhemel van de glow-wormen. Deze keer had ik meer tijd en geduld en is het me ook gelukt om dit bijzondere fenomeen vast te leggen.
Inmiddels gewend aan temperaturen boven de 20 graden vonden we het de volgende dag, met een graad of 16 à 17, maar koud. En om het helemaal compleet te maken, miezerde het er ook nog bij. Soms viel er zelfs een wat stevigere bui. Gelukkig voor ons, was in de buurt een kiwi opvangcentrum. Hier worden kiwi’s geplaatst, zodat ze mee kunnen doen aan een broedprogramma. We hebben hier onze eerste echte kiwi gezien. De nogal grote, zeldzame loopvogel heeft veren die veel lijken op haren, poten met zachte kussen eronder zoals honden en snorharen zoals een kat. Als je het zo bekijkt heeft het eigenlijk meer weg van een zoogdier dan van een vogel. De kiwi leeft ’s nachts en kan heel erg goed navigeren in het donker met zijn snorharen. Met zijn lange snavel port hij in de grond om op die manier de trillingen van insecten en kleine dieren te voelen om ze zo te lokaliseren en te vangen. De vrijwilligster, die we in het centrum spraken, gaf aan dat de beide kiwi’s (één man en één vrouw) niet met elkaar wilde paren en daarom niet mee kunnen doen aan het broedprogramma. Ze worden begin komende winter, nu ze groot genoeg zijn, weer uitgezet in de vrije natuur. Waar ze ieder voor zich een eigen partner kunnen zoeken. Na bijna 2 uur kiwi’s kijken hebben we het centrum achter ons gelaten. Om, ondanks het weer, toch nog iets van de mooie omgeving te zien, zijn we een rondje gaan rijden. Daarna hebben we wederom zo’n enorm lekkere pizza gehaald en deze lekker, in ons campertje, opgegeten. Deze keer weliswaar op een andere camping, omdat we nergens een washok konden vinden in de instelling.
De laatste dag in Hokitika, hadden we voorgenomen om toch nog even te gaan wandelen. Hokitika Gorge zou een prachtige plek zijn. Dus wij in ons busje en er naartoe. Omdat ik me nog altijd niet helemaal lekker voelde, hebben we eerst een uur op de parkeerplaats gestaan, zodat ik een beetje op kon warmen aan een vers bakkie koffie en ook meteen nog even wat eten. Daarna zijn we gaan wandelen. Inderdaad wat een prachtige plek. Na nog geen 5 minuten wandelen een uitzicht waar je “U” tegen zegt. Iets verderop liepen we over een spanbrug. Beide kanten zo’n fel melkachtig blauw water. Met prachtige kalksteenwanden en groene bomen op de achtergrond. Dit is zo’n plek die je op een foto ziet en dan denkt “ja hoor, dat is gewoon fotoshop”. Nou nee, dit is écht zo mooi. Na ongeveer een 20 minuten waren we alweer aan het eind van de route en, na het nemen van verschillende foto’s, keerde we om en liepen terug richting de bus. Die kleine 3 kwartier hadden we prachtig weer en werd het zelfs even warm. Alsof het zo moest zijn, want zowel op de heen- als op de terugweg regende het pijpenstelen.
Eigenlijk zouden we de rest van de dag nog in Hokitika blijven, maar vanwege het slechte weer besloten we alvast door te rijden naar de Frans Josef gletsjer.
We kwamen aan in een klein “ski-dorpje” bestaande uit twee straten met daartussen wat verbindingsweggetjes.
Onze trip hadden we al een paar dagen geleden geboekt. Dus een paar kleine boodschapjes en even pinnen en voor de rest lekker ontspannen in de hotpool op de camping. De volgende dag besloten we te gaan wandelen. Het moeilijkste gedeelte was het kiezen van een route. Om te beginnen zijn er hier zoveel wandelroutes, daarnaast wat wil je zien en hoeveel tijd willen we ervoor uittrekken. Na een tijd lang zoeken besloten we maar gewoon naar de voet van de gletsjer te lopen. In de knallende zon, over een smal pad met daarnaast kleine en grote keien, die de gletsjer hier ooit achter heeft gelaten. Links een ruige, ijsblauwe rivier, rechts bergwanden met een lagere brede waterval, of ja drie in elkaar. Verderop een paar smalle maar hele hoge watervallen. Het pad ging om hoog en om laag, aan het eind een hekje met een bord erbij dat je niet verder mocht in verband met instort gevaar van de gletsjer. Vooraan een grijzige ijsmassa en boven in van dat prachtige fel blauwe ijs. Helaas te ver weg om het goed te kunnen zien met het blote oog. Maar geen paniek. Morgen gaan we daar naartoe.
’s Avonds op tijd naar bed, want de volgende dag moesten we ons al om 07.45 uur melden bij het gletsjer bureau. Eerst een kleine uitleg en daarna de juiste kleding aan. Dikke sokken, waterdichte schoenen, jassen en broeken. Een tasje met spikeschoenen, wat water en een paar energie repen en toen op naar de heli. In slechts een paar minuten bracht de helikopter ons van het grasveld in het dal naar de ijsschotsen hoog in de bergen. We stapte uit en bonden de spikes onder onze schoenen. Even later liepen we aan. De aarde onder de gletsjer maakt hoe het ijs uiteindelijk gevormd wordt, legde onze gids uit. In het begin waar we liepen is het zo dat de berg slechts één kant op kantelt, naar voren, daarom ontstaan er horizontale scheuren in het ijs. Deze scheuren breken steeds verder open waardoor enorme ijskloven ontstaan. Vergelijkbaar met als je een Mars reep doorbreekt. De chocolade is dan de bovenste laag ijs van de gletsjer. De caramel is het dieper liggende ijs dat door de dichtheid een hogere flexibiliteit heeft en de vulling is de aarde. De gids leidde ons hier doorheen richting de top. Onderweg legde hij uit dat een stuk hoger op de berg, de aarde meerdere kanten op buigt, daarom zie je daar meerdere scheurlijnen en dus heuse ijspilaren. Dat is het stuk wat vanaf onderaf ook zichtbaar was, dat fel blauw gekleurde ijs. “Het is daar een doolhof!” zei hij “Je kunt er zo verdwalen!”. “Maar daarom hebben we jou toch bij ons.” zei ik. “Nee helaas, het is te gevaarlijk, omdat die pilaren zo om kunnen vallen. We gaan daar niet naartoe!”. De hele groep reageerde een beetje beduusd, want schijnbaar hadden ze dat allemaal wel verwacht. We liepen rustig aan weer verder. Waar we in Abel Tasman nog finalisten waren in Expeditie Robinson, hoopte we hier mee te doen aan een aflevering van Expeditie Poolcirkel. Helaas viel die droom in duigen, toen bleek dat we de hele verkeerde tour hadden geboekt. Dit was niet het avontuurlijke en spectaculaire ijsklimmen met van die pikhouwelen enz. Dit was een rondje lopen over de gletsjer. We waren volledig verkeerd geïnformeerd. Om de 10 meter bleven we even stil staan. De ene keer omdat de gids wat ijs ging hakken om het, al kant en klare, pad nog beter begaanbaar te maken. De andere keer zodat hij met iemand in de groep een praatje kon maken. Waarschijnlijk allemaal met het doel niet te snel het rondje af te leggen. “Nah, genoeg gezeurd!”. Het blijft een prachtige, rauwe en magische plek. IJswanden zo hoog als huizen. Gaten, geslepen door smeltwater, waar bussen in kunnen verdwijnen. Helaas zijn deze momenteel niet toegankelijk, omdat er nu nog water doorheen stroomt (gezien het zomer is en de gletsjer juist nu smelt). We konden wel even in andere ijs grot kijken. Een prachtig blauw gangenstelsel, met smalle, door het water perfect geslepen pilaren. Het is en blijft erg bijzonder om een gletsjer zo te “beklimmen”.
Een beetje teleurgesteld van onze “ijsklim” ervaring wilde ik liever maar meteen doorrijden en het dure bergdorpje achter ons laten. Zo gezegd, zo gedaan. We pakte onze spullen en vertrokken richting Haast. Het laatste dorp aan de kust, voordat we weer landinwaarts gaan. Onderweg stopte we even bij “shipwrek beach”. Hier zouden dolfijnen voorkomen en zelfs tot vlak voor de kustlijn. En jawel hoor, we liepen net goed en wel het strand op en terwijl Judith een foto aan het maken was spotte ik, heel kort, twee zwarte vinnen in het water. Nog een beetje met ongeloof, omdat ze alweer snel weg waren, keek in de rondte of ik ze nog een keer kon zien. En floep!! Daar sprong een dolfijn het water uit. En deze keer zag ook Judith het beestje. En weer, deze keer verticaal gestrekt helemaal boven het water uit. Magnifiek!! We hebben nog een tijd staan kijken in de hoop dat het nog een keer zou gebeuren en we het vast konden leggen maar helaas. Slechts een paar, moeilijk te fotograferen, vinnen en daar bleef het bij.
Toen we aankwamen bij de camping ben ik even gaan douchen, waar ik erachter kwam dat ik mijn spik splinter nieuwe ketting alweer kwijt was. We hebben nog even gezocht in de camper, maar jammer genoeg niets terug gevonden. Na een lange dag hebben we nog even een drankje gedaan in het avond zonnetje en daarna zijn we gaan slapen. Vanaf hier gaan we landinwaarts, naar Wanaka, maar dat is, gezien de lengte van dit verslag, voor de volgende keer.

Dikke knuffel!!

  • 08 Januari 2016 - 10:16

    Hans Pellegrom:

    Hallo Frank en Judith, wat ben ik blij om iets van jullie te horen want ik was zo benieuwd hoe het nu met jullie gaat! Zo te lezen is het daar prima vertoeven en wat een prachtige foto's. Ben erg benieuwd hoe jullie reis verder gaat verlopen. Vol jaloezie blijf ik je volgen en daarbij wens ik jullie veel plezier toe en vooral genieten van deze prachtige tocht.


    Groetjes Hans Pellegrom

  • 08 Januari 2016 - 12:03

    Jan En Agnes:

    Hoi Judith en Frank, het zijn weer mooie verhalen en wat hebben jullie weer veel gezien en gedaan.
    we lezen wel dat jullie erg veel genieten en dat is mooi. Ik (Agnes) heb Judith vanmorgen nog aan de telefoon gehad en ze vertelde me dat jullie morgen weer spannende dingen gaan doen. Ik zal het niet verklappen. Dit is voor Frank om er weer een mooi verhaal van te maken. maar pas wel goed op mekaar.

    Dikke knuffel en xxxx van Jan en Agnes.

  • 08 Januari 2016 - 17:30

    Joep:

    Hoi Frank en Judith,

    Jullie hebben weer een leuk stuk geschreven. Je doet echt je best om ons jullie reis helemaal mee te laten beleven. En dat lukt heel aardig.
    Ik ben benieuwd hoe jullie spannende dagen van vrijdag en zaterdag zullen zijn.
    Zoals ik al zei: doe voorzichtig maar ook weer niet al te.
    Heel veel plezier en geniet er van.

    Groetjes en knuffels,

    Pap en mam

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Frank

Dromen, durven, doen!! Travel while you're young and able. You should take the time to see the world an taste the fullness of life. Don't worry about the money, just make it work. Experience is far more valuable than money will ever be!

Actief sinds 11 Sept. 2015
Verslag gelezen: 162
Totaal aantal bezoekers 8527

Voorgaande reizen:

01 December 2015 - 18 Februari 2016

Naar het eind van de wereld en terug

09 December 2013 - 16 Januari 2014

Thailand

Landen bezocht: